CMIO & CNIO slaan brug tussen ICT, raad van bestuur en zorg
Het ministerie van VWS, Nictiz, Federatie Medisch Specialisten en V&VN beschouwen hen als een onmisbare schakel voor de verbinding tussen IT en de zorg: de Chief Nursing Information Officer (CNIO) en Chief Medical Information Officer (CMIO). Maar wat doen ze precies? Hoe combineren ze hun functies? En hoe dragen zij bij aan verbetering van de informatie-uitwisseling? We spreken met Ariane van Wamel (CNIO en Nursing Liasion Officer) en Pieter-Kees de Groot (CMIO en gynaecoloog) van Spaarne Gasthuis.
In 2017 zijn de functies CMIO en CNIO overgewaaid vanuit de Verenigde Staten. De functies zijn in het leven geroepen om de kloof tussen IT en de gezondheidszorg te overbruggen. Door hun medische of verpleegkundige achtergrond bieden ze een nieuw perspectief aan de technologie: die van de gebruiker.
Pieter-Kees: ‘Ariane en ik slaan een brug tussen ICT, raad van bestuur en de zorg. We zijn er niet om de dagelijkse problemen op te lossen van collega’s, daar zijn de helpdesk en andere kanalen voor. We zijn een tolk die de taal van ICT overbrengt bij de medische staf. En de taal en behoeftes van medisch specialisten en verpleegkundigen overbrengt bij ICT’ers en bestuurders. Dat leidt dat tot meer betrokkenheid, draagvlak en uiteindelijk betere zorg.’
Win-win
Ariane: ‘We denken vooral op strategisch vlak mee, hierdoor zie je eerder verbanden. Ik ken niet alle ICT-termen, maar weet wel de juiste vragen te stellen. En dat wordt gewaardeerd. Verpleegkundigen en medisch specialisten vinden het prettig dat ze nu eerder betrokken worden bij systemen die grote invloed hebben op hun werk. Bestuurders zien dat er meer draagvlak is voor hun beleid. En ICT’ers zijn blij dat wat zij maken, ook echt wordt gebruikt.
Meer begrip, ook als iets niet kan
Daarnaast ontstaat vaker begrip onder collega’s voor wat wel of niet kan. In de media lees je vaak dat er van alles technisch mogelijk is. Maar dat kan lang niet altijd binnen de infrastructuur van de organisatie, of tussen de systemen van de aangesloten zorgorganisaties in de regio. Wij leggen dan uit waarom het niet kan. Je neemt het nu eenmaal eerder aan van een directe collega.’
'Verpleegkundigen en medisch specialisten vinden het prettig dat ze nu eerder betrokken worden bij systemen die grote invloed hebben op hun werk.'
Ariane is nu 3 jaar CNIO en daarnaast Nursing Liaison Officer. Pieter-Kees is naast CMIO, ook gynaecoloog. Hoe combineren jullie twee functies?
Invulling verschilt
Ariane: ‘Beide functies vlecht ik door een vijfdaagse werkweek. Dat is mogelijk omdat ik mij vooral op strategisch en tactisch vlak bezighoud; ik hoef bijvoorbeeld niet binnen een x-aantal uur iets op te lossen of te beantwoorden. Hoe je de functie invult, verschilt per organisatie. In een academisch ziekenhuis neigt het eerder naar een fulltimefunctie. Bij een huisartsenvereniging is dat eerder ongeveer een dag per week. Bij het Spaarne Gasthuis werk ik veel met Pieter-Kees samen. Prettig, maar die luxe heb je niet overal.’
Pieter-Kees: ‘Maandag en dinsdag zijn mijn CMIO-dagen, woensdag en vrijdag draai ik mijn diensten als gynaecoloog. Het is soms een uitdaging, maar beter te doen dan beide functies op dezelfde dag te vervullen. We kunnen en willen het werk als CMIO of CNIO niet fulltime doen, want dan verliezen we het contact met de werkvloer. En juist dat is de essentie van deze rol.’
Wat is jullie motivatie om CNIO of CMIO te zijn?
Beter informatie uitwisselen
Pieter-Kees: ‘Technologie maakt de laatste jaren een enorme versnelling door. Die moet je in het medisch landschap vormgeven. Daar moet je echt artsen bij betrekken. Dus toen ik vorig jaar gevraagd werd voor de rol van CMIO zei ik volmondig ja. Want er is vertaling nodig tussen mogelijkheden en behoeften. Als CMIO en tolk voor ICT, medische staf en raad van bestuur draag ik bij om deze versnelling mogelijk te maken. Interessant en hopelijk van grote toegevoegde waarde.’
Ariane: ‘Als Liaison Officer richt ik mij op het professionaliseren van verpleegkundigen binnen en buiten de organisatie. Ik spreek dus veel verpleegkundigen en hoor zo ook waar zij tegenaan lopen of wat er beter kan op het gebied van informatie- en zorgtechnologie (IZT). Die inzichten neem ik dan mee in mijn werk als CNIO. Het motiveert enorm om voor hen verschil te kunnen maken en bijvoorbeeld ook hun digitale vaardigheden en inbreng te vergroten. Met als inzet meer gebruikersgemak en tijd voor de patiënt door bijvoorbeeld het aantal muisklikken en de administratielast te verminderen.’
‘Wil je de interoperabiliteit vergroten, dan zijn sterke professionele netwerken essentieel.’
De technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Hoe
blijven jullie bij en waarom zijn jullie een belangrijke schakel in een
betere gegevensuitwisseling?
Pieter-Kees: ‘Ik denk dat we vooral een rol hebben in verandermanagement en niet zozeer diepe IZT-kennis nodig hebben. Kijk, er komen veel innovatievraagstukken op ons af. Hoe wisselen we beter gegevens uit met VVT-instellingen en huisartsen? Hoe kunnen spoedverwijzingen naar ziekenhuizen efficiënter? Hoe zorgen we dat zorgverleners over dezelfde informatie beschikken? Dat vraagt om vooruitdenken en gesprekken aangaan.
Netwerken
Sterke netwerken zijn daarbij essentieel. Denk aan het landelijk netwerk CMIO en de Federatie Medisch Specialisten. Een vijver van verhalen, ervaringen, vragen, best practices en samen tot oplossingen komen. Op regionaal niveau is het belangrijk dat we weten wat er speelt. Connect4Care heeft ons uitgenodigd voor de rondetafels van de Programmaraad, deels om input te leveren, deels om gevoed te worden. Daarnaast informeren ze ons wat er landelijk speelt en betrekken ze ons goed bij de regionale plannen. Dat is belangrijk wil je de interoperabiliteit vergroten.’
Ook Ariane wijst op het belang van professionele netwerken: ‘Ik ben kerngroeplid van het CNIO Netwerk Nederland. Hier delen we voorbeelden en vragen uit de care- en curesector, zodat je het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden. De beroepsvereniging helpt bij het kennisdelen en het netwerk voedt CNIO’s aan de bestuurlijke tafels. Die contacten zijn bijzonder waardevol. Veel ziekenhuizen hebben inmiddels een CMIO, maar veel VVT-instellingen en eerstelijnsorganisaties bijvoorbeeld nog niet. Dat er in onze regio sinds een aantal maanden ook huisartsen als CMIO actief zijn, vind ik positief.
Het aantal CNIO’s kan beter. In onze regio ben ik bijvoorbeeld de enige. Soms zijn er wel combinatiebanen met een andere naam, maar met hetzelfde doel. En de aandacht ligt nog vaak op het elektronische dossier, niet zozeer op datagericht werken of applicaties. Kortom: er liggen nog veel kansen om sneller en vooral beter patiëntengegevens uit te kunnen wisselen.
Connect4Care verbindt en inspireert
Het is prettig dat Connect4Care ons informeert over de verschillende systemen die er zijn, welke regionaal gebruikt worden bij andere zorgorganisaties, en wat je kunt doen als je een nieuw systeem overweegt. Ook de kennissessies over de 5 focusprogramma’s van onder meer eOverdracht en Medicatieoverdracht zijn nuttig. Je wordt in een uur bijgepraat en ziet de voordelen op een rij.
Om begrip en draagvlak te vergroten zou het handig zijn dat je bijvoorbeeld het hoe, wat en waarom van het Integraal Zorg Overzicht (IZO) op een A4’tje gepresenteerd krijgt. Dan hoef ik dat zelf niet te doen. Want we hebben met elkaar nog flinke en mooie stappen te zetten.’
Dit interview maakt deel uit van een miniserie gesprekken met een CNIO en CMIO’s uit de eerste- en tweedelijnszorg in de regio van Connect4Care: Kennemerland, Amstelland en Meerlanden. In het volgende interview spreken we Marieke Verlaan, Martijn Bakker (beide CMIO bij HZK) en Mariëtte Willems, ad interim CMIO bij HMK en voorzitter CMIO Netwerk Eerste Lijn.